Al een hele tijd ligt dit blog stil. Dat heeft veel redenen. Het leven vraagt te veel aandacht en tijd en in de thuisschool gaan we met een sneltreinvaart door verschillende onderwerpen en fases. Onze A is inmiddels 14 geworden en wil niet dat ik vanalles over haar blog.
Maar nu toch weer tijd voor een blog.
De afgelopen tijd krijg ik weer vragen over thuisonderwijs, opeens na een hele lange tijd van geen vragen. En deze keer gaan de vragen over de combinatie thuisonderwijs en puberteit. Of het niet moeilijk is met een puber, of A wel ruimte krijgt om zich af te zetten, of A wel genoeg tijd heeft om met haar peers om te gaan want dat willen pubers nu eenmaal, of ze zich nog wel iets laat zeggen door mij, als docent, of het niet moeilijk is voor mij om de rollen gescheiden te houden?
Door deze vragen denk ik vaak na over hoe vreemd onze maatschappij toch tegen kinderen aankijkt. Als je kinderen vanaf een jonge leeftijd, verplicht, tussen alleen maar kinderen van hun eigen leeftijd de dag laat doorbrengen en waarbij de kinderen tot de volwassenheid weinig eigen inbreng hebben over wat ze die dag gaan doen en op welke punten ze beoordeeld worden, dan krijg je weinig betrokken kinderen en ik vrees ook weinig betrokken volwassenen.
A heeft al vanaf jonge leeftijd veel zeggenschap in hoe haar dag verloopt en in wat we doen. De thuisschool doen we samen. Als iets niet loopt dan kijken we samen naar de redenen, soms blijft een vak een tijdje liggen, soms kiezen we een andere methode, soms kiezen we een andere manier om er mee om te gaan, soms praten we eindeloos erover totdat we de vinger op de zere plek hebben en kijken we hoe dat kan veranderen. A leert ook steeds beter bij haarzelf te kijken naar waarom iets niet gaat, te reflecteren op haar eigen handelen. Hangt ze het liefst op de bank met YouTube? Dan is ze of ziek of heel moe of er zit haar iets dwars, en dat weet ze inmiddels bij zichzelf.
A heeft vertrouwen in mij, ik doe namelijk geen dingen met haar ‘omdat het zo moet’ (iets dat veel kinderen aanvoelen als een vorm van pesten) en ik verwacht van haar ook niets dat ze niet begrijpt. Ik verwacht dat ze zich aan afspraken houdt die we samen hebben gemaakt, en dan wel echt samen, zij heeft daarin een echte keuze. Zij verwacht dat ook van mij. Zij heeft de keuze om bij Rice University Biologie te studeren via een MOOC, maar dan verwacht ik dat ze het werk doet en zij verwacht dat ik dat faciliteer. Dat werkt uitstekend.
Natuurlijk hebben we verschillen van mening. Soms knallen we en zijn we onze heftige zelf. Als iets niet lukt bij wiskunde kan ik het soms ontgelden, of als ik veel pijn heb ben ik kortaf, maar meestal hebben we begrip voor de situatie van de ander en lossen dingen weer op.
Natuurlijk hebben we eigen ruimte nodig. Tegenwoordig luncht A ‘op het schoolplein’ en hebben we een uurtje vrij van elkaar. Zij eet in de thuisschoolkamer met haar telefoon en WhatsAppt er heerlijk op los met al haar vrienden en vriendinnen en gaat daarna nog lekker met Hobbes naar buiten. Ik eet met S of alleen en doe mijn eigen dingen. Ze gaat vier keer per week naar de ponyclub en ze heeft andere activiteiten waarbij ik nauwelijks betrokken ben.
Wat in de thuisschool zo belangrijk is, is dat A zelf heel graag thuisonderwijs krijgt. Ze ziet ook de inspanning die dat ons kost. Het is dus voor haar vanzelfsprekend dat ze zichzelf daar ook voor inspant. En als je zelf de inspanning levert voor iets dat je zelf kiest dan ben je ook trots als iets lukt en krijg je zelfvertrouwen van je eigen werk en motivatie om door te gaan als iets moeilijk is.
Kortom, ik vind de puberteit niet zo moeilijk. Ik vind het net zo boeiend om deze ontwikkeling te zien en mee te maken als alle andere ontwikkelingen in haar leven.